Historie van het pand Hoorn binnenstad
De bouw van het huis aan de Kerkstraat 10 nam een aanvang in 1430. Deze straat vormde vanouds de verbinding tussen het kerkelijke en het bestuurlijke centrum der stad Hoorn. Het huis wordt dus nu al bijna 600 jaar bewoond.
Anno 1730: 2e stadhouderloze tijdperk
De meest kleurrijke bewoner was Lucas Merens Burgemeester van de stad Hoorn en bewindhebber der Oost-Indische Compagnie die het pand samen met Eva Maria van Foreest in 1730 betrok. Het huis verandert in een waar museum. Er wordt een schitterende collectie schilderijen bijeen gebracht, waaronder een Rembrandt van Rijn, twee Jan van der Heydens, een Albert Cuyp, een Jacob van Ruysdael en een Paulus Potter. In totaal 169 stuks.
De bron van inkomsten van het huis vormde de veehandel met de “ Nieuwe Wereld”. Mager vee liet men de gehele zomer op eigen weidegrond in West-Friesland grazen om ze daarna tegen vooruitbetaling te verkopen en vervolgens per schip levend naar verre bestemmingen overzee te brengen. West-Friesland stond honderdvijftig jaar daarvoor reeds bekend. Zijn grootvader en overgrootvader hielden zich daar toen al in de landen aan de Oostzee mee bezig. Deze Hoornse regent verkeerde regelmatig in Londen en dreef intensieve veehandel met de stad Boston. Het huis aan de Kerkstraat 10 werd toen vervolgens Amerika onafhankelijk werd een van de eerste handelshuizen in onze Nederlandse geschiedenis die zaken met de Verenigde Staten van Amerika deed.
De zonen van Westfriese moeders, het beste wat Holland voortbracht, solliciteerden in de beneden stijlkamer van het huis aan de Kerkstraat en werden cowboy in Amerika, vandaar de bijnaam Yankees van de Noord- Amerikanen (Jan en Kees).